Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De HEERE nu zeide tot Samuel: Hoor naar hun stem, en stel hun een koning. Toen zeide Samuel tot de mannen van Israel: [24]Gaat heen, een iegelijk naar zijn stad. 24. Alsof hij zeide: Gaat voor ditmaal heen, ik zal mij over deze zaak nader bedenken, en God vragen wien Hij u tot een koning geven zal.